Oefeningen met een armprothese

Als je een armamputatie hebt ondergaan, biedt een armprothese jou de uitkomst om jouw dagelijks leven weer op te pakken. Want wat is het fijn als je weer beide armen kunt gebruiken. Toch kan het krijgen van dit nieuwe lichaamsdeel ook best spannend zijn! Hoe word je helemaal vertrouwd met deze prothese, zodat je hem volledig en effectief kunt gebruiken? Deze tips en basisoefeningen zijn een begin in het gebruik van jouw armprothese!

Je armprothese leren gebruiken

Krijg je binnenkort een armprothese? Of heb je er onlangs een laten aanmeten? Dan kun je vast niet wachten tot je dit nieuwe lichaamsdeel volledig kunt gebruiken! Het bewegen van de prothese, stabiliteit en coördinatie zijn allerlei factoren die hierbij komen kijken. Onthoud wel: gun jezelf de tijd. Het gebruiken van een (arm)prothese is een nieuwe vaardigheid, die je vanaf het begin moet leren! Gelukkig is alles te leren. Daarbij zal een fysiotherapeut of ergotherapeut je helpen. Net als het verbeteren van je evenwicht, uithoudingsvermogen, kracht en spiercoördinatie is echter ook van belang bij het gebruiken van je prothese. Want dat zorgt voor betere controle en prestaties van je armprothese. Deze oefeningen kun je, naast jouw oefeningen bij het revalidatiecentrum, extra doen als je thuis bent. Veilig én eenvoudig.

De oefeningen zijn natuurlijk afhankelijk van jouw prothese en amputatieniveau.

Per persoon verschillend

Welke oefeningen jij kunt uitvoeren en het beste bij je passen, is afhankelijk van je persoonlijke situatie en het type prothese dat je hebt. Vraag daarom eerst aan je arts of fysiotherapeut wat jij het beste kunt doen. Zij kunnen precies kijken wat goed bij jou past!

1. Balanstraining

Bij de oefening is het belangrijk om rechtop te staan, in balans én met je schouders op dezelfde hoogte – hierbij let je erop dat je je schouders niet optrekt, maar ontspannen omlaag laat hangen. Omdat een prothese een extra, uitwendig gewicht aan jouw lichaam is, is het belangrijk om je balans te trainen. Dat doe je door je armen losjes langs je lichaam te laten hangen en op één been te gaan staan. Probeer hierbij je balans te bewaren. Je kunt deze oefening verzwaren door op een ongelijke grond te gaan staan of je armen te spreiden en je ogen te sluiten.

2. Grijpoefeningen

Ga ontspannen op een stoel zitten en leg je arm op tafel. Maak een grijpbeweging, door de protheseduim naar de rest van je prothesevingers te bewegen. Deze oefening leert je vertrouwd te worden met het bewegen van je myo-elektrische prothesehand , ofwel een prothese die aangestuurd worden met spierimpulsen. Heb je het idee dat dit lukt? Dan kun je deze oefening ook eens proberen terwijl je taat. Houd je arm naast je lichaam, achter je rug of boven je hoofd, terwijl je dezelfde grijpbeweging blijft maken. Gaat dit je goed af? Dan kun je dit ook proberen terwijl je beweegt of de trap oploopt. In deze oefening kun je ook variëren door bijvoorbeeld in snelheid te versnellen of wel of niet naar je hand te kijken.

3. Pakoefeningen

Voorwerpen, groot of klein, kunnen vastpakken, aanpakken en weggeven. Daar heb je kracht, grip en een goede opening van je hand voor nodig. Dat oefen je met deze pakoefeningen. Ga ook nu weer rustig aan tafel zitten. Pak met je gezonde hand een voorwerp vast, zoals een blokje, een beker, een zacht balletje of een fles. Dit voorwerp geef je door aan je prothesehand. Gaat dit je al gauw goed af? Dan kun je beginnen met het zelfstandig oppakken van het flesje, het verschuiven van blokjes of het stapelen van plastic bekertjes – met je prothesehand. Voeg wat extra uitdaging toe door de oefeningen uit te voeren zonder dat je naar je handen kijkt.