Zo leer je een beenprothese te gebruiken

Na het ondergaan van een beenamputatie helpt een prothese je bij het vergroten van je bewegingsvrijheid en het weer oppakken van je dagelijks leven. Maar… Hoe welkom een prothese ook is, het krijgen van die prothese kan ook flink spannend zijn! Want hoe leer je jouw ‘nieuwe’ lichaamsdeel te gebruiken? Het leren lopen met een prothese biedt je een hoop vrijheid en zorgt ervoor dat je je leven weer kan oppakken. Wij geven je graag tips en oefeningen om dit proces zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Na een beenamputatie zijn je uithoudingsvermogen, coördinatie en kracht mogelijk flink afgenomen. Als je een beenprothese krijgt, zul je opnieuw moeten leren lopen. Iets waar je misschien wel tegenop ziet. Toch is het belangrijk om te onthouden: gun jezelf de tijd! Het lopen met en het gebruiken van een prothese is een heel nieuwe vaardigheid die je moet leren. En dat kost tijd én geduld. Tijd die de moeite waard is, omdat je daarmee straks je vrijheid terugkrijgt.

Stap voor stap: zo leer je lopen met een prothese

Om ervoor te zorgen dat het proces van leren lopen zo soepel mogelijk verloopt, zetten we de belangrijkste stappen voor je op een rijtje:

1. Essentieel: een goed ontworpen en passende koker

Een veilige, stevige en comfortabele verbinding tussen je stomp en prothese is belangrijk voor een goede controle van je prothese. Daarnaast is goed onderhoud van je prothese is ook belangrijk voor optimaal comfort. Reinig je koker regelmatig om huidirritatie te voorkomen. Je instrumentmaker kan je hier meer over vertellen tijdens het aanmeten van je prothese.

2. Oefenen aan de loopbrug

Als we lopen verplaatst ons lichaamsgewicht zich van ons ene naar ons andere been. Zodra je prothese is aangemeten en comfortabel aanvoelt, is het dan ook belangrijk om te leren hoe je gewicht kan plaatsen op je prothese. Dit is een spannend proces. Gelukkig hoef je dit niet alleen te doen. Met goede uitleg van je fysiotherapeut en heel veel oefening leer je om langzaam maar zeker te vertrouwen op je prothese.

Tijdens het oefenen begin je met een loopbrug met twee leuningen, waarbij je beide armen gebruikt ter ondersteuning. Na een tijdje heb genoeg aan één arm. Uiteindelijk lukt het misschien om te lopen zonder ondersteuning van je bovenlichaam.

3. Looptrainingen

Speciale looptrainingen helpen je bij het terugvinden van je balans en coördinatie en het opnieuw leren lopen. Wat zo’n looptraining dan inhoudt? Dit kunnen al ‘simpele’ oefeningen zijn, zoals vooruit, achteruit en zijwaarts lopen. Oefeningen die je zittend of staand kunt doen of waarbij je juist leert omgaan met verschillende oppervlakken en obstakels, zoals hellingen, trappen en stoepranden.

4. Zelf lopen met een prothese

Als je voor het eerst weer zelf gaat lopen, is het belangrijk om de hulpmiddelen te gebruiken die je therapeut of arts je adviseert. Je wilt jezelf immers niet verwonden door te snel te gaan. Wanneer je weer gaat lopen in alledaagse situaties, is het belangrijk om weer rustig aan te doen. Zorg dat je langzaam op je gemak raakt in de nieuwe omgeving. Je komt ongetwijfeld veel uitdagingen tegen, zoals trappen, drempels en heuvels. Je fysiotherapeut zal je adviseren hoe je hier het beste mee om kan gaan.

5. Oefeningen voor gevorderden

Voel je je zelfverzekerd tijdens het lopen? Dan kun je aan de slag met het verder ontwikkelen van je vaardigheden door de volgende oefeningen te doen. Zorg dat er in het begin iets naast je staat waaraan je je kan vasthouden.

  • Een bal stuiteren: staand en vervolgens lopend
  • Balanceren op één been
  • Een grote stok balanceren op je hand
  • Lopen op verschillende ondergronden als tapijt, stoep en gras
  • In en uit de auto stappen
  • Voorwerpen dragen tijdens het lopen

Oefenen, oefenen, oefenen

Het opnieuw leren lopen met een beenprothese neemt veel tijd en geduld in beslag. De belangrijkste ingrediënten voor succes zijn het vertrouwen in jezelf en blijven oefenen. Deze twee basis-loopoefeningen kun je veilig thuis uitvoeren. Let hierbij wel op welke prothese je hebt! Met de meeste computergestuurde (MPK) knieën zijn deze oefeningen namelijk geen probleem. Heb je een mechanische knie? Dan is er een kans op valpartijen. Voer deze oefeningen dan altijd uit onder begeleiding

1. Kort balanceren op één been

Met deze oefening stabiliseer je het ondersteunende been aan de geamputeerde kant – en versterk je het ‘goede’ been. Het is belangrijk om voor deze oefening bij een verhoogd oppervlak, zoals een ladekast of aanrecht, te staan. Hierop laat je je handen rusten. Je gaat rechtop staan in een stevige houding, met je benen naast elkaar. Je duwt je prothesebeen rustig opzij, de lucht in. Je staat nu enkel op je gezonde been. Daarna laat je je prothesebeen rustig terugkomen tot je terug op twee benen staat. Vervolgens herhaal je de oefening, maar dan aan de andere kant, waardoor je enkel op je prothesebeen kom

2. Opzij stappen

Bij deze oefening neem je dezelfde basispositie in als bij de eerste oefening. Je houdt je nu alleen goed vast aan het verhoogde oppervlak. Ook nu duw je je prothesebeen rustig opzij, waardoor je enkel op je gezonde been staat. Nu laat je je prothesebeen echter direct op de grond zakken, waardoor je benen iets verder uit elkaar staan. Vervolgens sluit je je gezonde been aan bij je prothesebeen. Zo zet je steeds stapjes opzij, terwijl je je stevig vasthoudt aan de kast of het aanrecht. Na enkele stappen verander je van richting, waardoor je zijwaarts terug naar je beginpositie loopt. Ook hierbij geldt: let goed op je veiligheid en voer deze oefeningen enkel uit als er iemand in de buurt is.

Per persoon verschillend

Natuurlijk is het per persoon, per situatie én per beginprothese afhankelijk welke oefeningen het beste bij je passen en welke oefeningen jij kunt uitvoeren. Overleg daarom altijd eerst met je arts of fysiotherapeut. Zij geven je advies gericht op jouw persoonlijke situatie. Daarnaast is het belangrijk om jezelf tijd te gunnen. Lopen met een prothese is een geheel nieuwe vaardigheid. Het kost tijd en geduld om je deze vaardigheid aan te leren. Raak daarom niet ontmoedigd. Natuurlijk zal je in het begin spierpijn hebben. Je lichaam moet zich immers aanpassen aan deze nieuwe manier van lopen. Begin daarom langzaam en ervaar hoe je lichaam reageert. Ga je te snel? Doe dan een stapje terug. Heb je last van pijn of flinke ongemakken? Neem dan altijd contact op met je behandelaar.