Amputatieniveaus bij voet- en beenamputaties

Het amputatieniveau beschrijft de plaats waar het lichaamsdeel is geamputeerd. Er zijn verschillende amputatieniveaus bij voet- en beenamputaties. Vóór de operatie wordt het niveau van de amputatie door de arts bepaald, mede gebaseerd op de oorzaak van de amputatie. Samen met een aantal andere factoren is het amputatieniveau bepalend welke voet- of beenprothese geschikt is.

Amputatieniveau voet

Er zijn ruim twaalf verschillende amputatieniveaus mogelijk in de voet. Deze niveaus lopen uiteen van een teenamputatie en een voorvoetamputatie en een amputatie van het hielbeen. Bij een voetamputatie is een siliconen prothese een interessante oplossing, omdat de gebruiker normale schoenen kan dragen.


Wist je dat diabetes een belangrijke oorzaak is van voetamputaties? Lees hier meer.

Onderbeenamputatie of transtibiale amputatie

Bij een onderbeenamputatie of transtibiale amputatie wordt het onderbeen afgezet. Hierbij worden het scheenbeen (de tibia) en het kuitbeen (de fibula) geamputeerd. Een onderbeenprothese bestaat meestal uit een koker, waarin de stomp zit, en een voetprothese. De prothese kan worden omhuld door een cosmetische overtrek en kan adapters en verbindende elementen bevatten.

Knie-exarticulatie

Bij een knie-exarticulatie wordt het been door het kniegewricht geamputeerd. Het kniegewricht wordt hierbij gescheiden en het onderbeen verwijderd. Het dijbeen blijft volledig intact. Een prothese bij een knie-exarticulatie bestaat uit een koker, waarin de stomp zit, een knieprothese en een voetprothese. Daarnaast bevat de prothese adapters en verbindende elementen. Een cosmetische cover zorgt er indien gewenst voor dat de prothese nauwelijks zichtbaar is.

Bovenbeenamputatie

Bij een bovenbeenamputatie of transfemorale amputatie wordt het dijbeen doorgesneden. De lengte van de stomp heeft hierbij invloed op het toekomstige gebruik van een prothese. Een prothese bij een bovenbeenamputatie bestaat uit een koker, waarin de stomp zit, een knieprothese en een voetprothese. Daarnaast bevat de prothese adapters en verbindende elementen. Ook deze prothese kan worden omhuld door een cosmetische cover.

Heup-exarticulatie

Bij een heup-exarticulatie wordt het volledige been geamputeerd. Het bovenbeen wordt uit het heupgewricht genomen. De heup stuurt de prothese aan bij een heup-exarticulatie. De prothese bestaat uit een koker, waarin het bekken zit, een heupprothese, een knieprothese en een voetprothese. Daarnaast bevat de prothese adapters en verbindende elementen. Indien gewenst kan de prothese worden omhuld door een cosmetische cover.

 

Hemipelvectomie

Bij een hemipelvectomie wordt het volledige been, de heup en een deel van het bekken – tot het heiligbeen – geamputeerd. Het bekken en de rug zorgen in een latere fase voor de aansturing van een prothese. Deze bestaat uit een speciale koker, waarin het overgebleven bekkengebied zit, een heupprothese, een knieprothese en een voetprothese. Daarnaast bevat de prothese adapters en verbindende elementen. Een cosmetische cover zorgt ervoor dat de prothese nauwelijks zichtbaar is.

 

Amputatieniveaus bij hand- en armamputaties

Er zijn verschillende amputatieniveaus mogelijk in de hand en arm. Deze niveaus lopen uiteen van een vingeramputatie tot schoudergordelamputatie, waarbij de volledige arm wordt geamputeerd. In het artikel amputatieniveaus bij hand- en armamputaties lees je er meer over.